Zuiderzee dijken

Er is al veel geschreven over de Friese dijken en in het bijzonder door Rienks en Walter die een boek schreven over de Friese dijken dat in 1954 gepubliceerd werdt. Dit boek wordt nog steeds als de leidraad voor de historie van de dijkenbouw van Friesland beschouwd. Hierdoor wordt nog steeds aangenomen dat de waterkerende dijken vanaf de 9e of 10e eeuw zijn begonnen. Herre Halbertsma had hier al bedenkingen over en stelde dat de eerste dijken 200 jaar te vroeg gedateerd werden. Jan Post, amateur historicus en publicist uit Leeuwarden heeft hier nog meer bedenkingen over. Zie de website van Jan: https://neitiid.nl/friese-dijken/

Er wordt vooral over de dijken van Westergo en Oostergo geschreven, maar ik denk dat de zuiderzee dijken vanaf Makkum tot Kuinre veel interressanter zijn.

Eerst even dit. De mensen die eeuwenlang op de kwelders van het onbedijkte Friesland leefden wisten altijd al hoe je dijken moest maken. De natuur gaf het voorbeeld door stormwallen en strandwallen te maken die een natuurlijke barriére tegen het water vormen. Ook nu nog worden er stormwallen gevormd langs de Ijsselmeer kust. De terpbewoners leerden zo het maken van dijken, alleen maakten ze lage dijkjes rondom stukjes laaggelegen kwelder die in de zomer het zoute zeewater van dat stukje kwelder weerden, maar die in de winter, in het stormseizoen, het zeewater wel toeliet om zo het meegevoerde slib op te vangen. Dit slib zette zich neer als vruchtbare klei wat als een soort natuurlijke meststof voor het verbouwen van gewassen zorgde. Maar dit opslibben zorgde ook voor het verhogen van de bodem en dit proces werdt versneld door die lage dijkjes. Archeologen hebben zulke dijkjes aangetroffen in het terpengebied. Hieruit blijkt wel dat de bewoners van het terpengebied met de natuur leefden en niet tegen de natuur vochten. Waarom er later wel waterkerende dijken werden gebouwd, en men dus tegen de natuur ging vechten heeft denk ik te maken met de veranderende cultuur. Toen de inwoners van het huidige Fryslân nog de oude Germaanse godsdienst aanhingen was er een hele andere cultuur waarvan de kennis hierover volledig verloren is gegaan. Tegenwoordig probeerd men deze cultuur te reconstrueren maar de praktisch enigste basis hiervoor zijn de Ijslandse sagen van Snorri Sturluson. Aangezien de bevolking van deze streken in die tijd voor het grootste deel niet Scandinavisch waren, is het maar de vraag of de cultuur hier hetzelfde was als van de Scandinaviers. De bevolking hier zal Germaans en Angels geweest zijn, met hun eigen varianten op de oude Germaanse cultuur en godenwereld. Ik denk wel dat het vooral hier in deze streken, onder invloed van de zee, er een erg natuur georienteerde cultuur was.

Tot dat het christendom kwam.

Met het christendom kwam er een hele andere cultuur mee, van een godsdienst gebaseerd op orale tradities (oud) naar de nieuwe boek godsdienst (de bijbel). Het grootste verschil was dat deze nieuwe midden oosten religie niet op de natuur georienteerd was, maar op leefregels die in een boek (de bijbel) waren opgeschreven. De natuur eren was nu taboe geworden, waardoor de natuur nu bijna als een vijand beschouwd werdt. Dit wordt duidelijk wanneer je de kronieken van monniken leest over stormvloeden, die vaak als een straf van god beschouwd wordt. Met andere woorden, God gebruikt het water van de zee om de mens te straffen. Die zee moest beteugeld worden, dus kwamen er dijken. Dit is wel heel kort door de bocht, maar ik weet zeker dat het meegespeeld heeft. Het inzakken van de bodem door veenontginning is ook een belangrijke factor geweest, en het daarmee gepaarde extra water vanaf de veengebieden. Dit geld dan niet voor de zeedijken, maar die zijn aantoonbaar later aangelegd dan de hemdijken.

De zeedijken langs de zuidwest hoek hadden wel degelijk een beschermende functie om het water tegen te houden nadat de bodem in de veengebieden flink was gedaald. Toch had men er toen voor kunnen kiezen om geen waterkerende dijken te bouwen, maar kleine dijkjes om klei te winnen. Tegenwoordig is te zien dat er aardig wat klei is afgezet in de zuidwest hoek na vele overstromingen, dus er had een dikke laag vruchtbare klei in de zuidwest hoek kunnen liggen waardoor de bodem hoger was geweest dan nu. Men

heeft er dus voor gekozen om het water te keren door dijken te bouwen, maar sinds wanneer? Ik denk dat de Zuiderzee dijk pas laat is gebouwd en in fasen. Ten eerste omdat het veengebied eerst nog hoog genoeg was om niet bij elke vloed overspoeld te raken, ten tweede het late ontstaan van de Zuiderzee. Dit laatste wordt altijd vergeten wanneer men over de datering van de eerste dijkenbouw praat, terwijl dit juist de belangrijkste reden is om de eerste dijkenbouw laat in te schatten. Als er geen zee is, dan zijn er geen dijken nodig. Historische bronnen geven ook aan dat er land was tussen Fryslân en west Friesland (noord Holland). Volgens een kroniek uit Rotterdam die vanaf de 13e eeuw de historie bijhoud, was er in het jaar 1285 een grote storm die "al het land tussen Staveren en Enkhuizen weggeslagen heeft waardoor de Zuiderzee ontstond". Er zijn meer bronnen die onder andere over het Creilerwoud gaan waar Friese edelen hun jachtgronden hadden, de Friezen die dus te paard van Fryslân naar noord Holland konden gaan.

Blijkbaar is dan de Zuiderzee in de 13e eeuw ontstaan als grote watervlakte. Opvallend is dat in oude bronnen er nooit een Almere of Vlevo meer genoemd wordt. Dit meer was er dan ook niet, althans niet als voorloper van de Zuiderzee. De reden dat er tegenwoordig gedacht wordt dat er wel een oud binnenmeer geweest is komt door verkeerde interpretatie van oude latijnse bronnen, en werdt er vroeger (in de 17e en 18e eeuw) de verloren gegane kennis over hoe het huidige Nederland er voor de geschreven geschiedschrijving uitgezien heeft, aangevuld met de gedachte dat "wat er nu is, dat was er altijd al". Zodoende dacht men dus dat waar de Zuiderzee was, er altijd al water was. De kronieken die schreven over het land tussen Fryslân en noord Holland waren in de vergetelhijd geraakt.

Waarom ik zo overtuigd ben van het niet bestaan van dit binnenmeer is simpel; dit meer zou midden in een veengebied liggen. Een groot meer zal bij storm golfslag hebben gehad wat voor veel landafslag hebben gezorgd waardoor vanaf de Romijnse tijd al het veen zou zijn weggeslagen. De kop van Overijssel en het zuid oosten van Fryslân bestaan uit slappe veengrond, en dat zou allemaal verzwolgen zijn geweest door de golven en nu niet hebben bestaan.

Als dit Almere "veel meren" betekend, dan zou dit op een veengebied met veel meertjes kunnen slaan. Zal er ooit een Romijn de lieslaarzen hebben aangetrokken om de immens grote veenmoerassen van ons land te verkennen? Ik denk het niet. De Romijnen waren ook helemaal niet in dat zompige moeras geinterresseerd, alleen in het beveiligen van de vaarroute over de Rijn naar Keulen. De Romijnen schreven trouwens over een Flevo meer, de naam Almere is van latere tijd.

In mijn onderzoek naar de oude dijken kreeg ik de indruk dat er eerst weinig organisatie in de dijkbouw zat. Logisch ook als je bedenkt dat er voor het bouwen van dijken er wel een goede reden moet zijn. Het was voor de mensen die toen in de late middeleeuwen leefden een hels karwei om dijken te bouwen. Dit is met houten scheppen en draagbaren of sledes uitgevoerd. Wat ook niet hielp was dat er geen centraal gezag was in die tijd. Het is ook een fabel dat de monniken van de kloosters de dijken gebouwd hebben. De kloosters hebben zich er wel mee bemoeid omdat ze landerijen bezaten die ze liever niet onder water zagen verdwijnen. Het is vooral een lokale aangelegenhijd geweest van boeren en de opkomende Friese elite. Deze elite raakte in de 14e eeuw steeds meer verwikkeld in de vetes tussen de Schieringers en de Vetkopers, dus werdt er meer gevochten dan dat er dijken werden gebouwd. Pas nadat in 1396 door Albrecht van Beieren dijkgraven werden aangesteld in Fryslân, zou er enige organisatie geweest moeten zijn. Jammer genoeg is er alleen een lijst van Dijkgraven voor het waterschap (contributie genoemd) van de Vijf Delen Dijk tussen Harlingen en Makkum. Pas veel later kan ik iets over andere waterschappen in ZW Fryslân vinden. En pas in 1533 worden er reglementen voor de waterschappen opgesteld door de staten van Friesland die voor alle waterschappen gelden. Nu lijkt het erop dat het dijkonderhoud over de hele zeedijk nu wel vaststaat. Ik heb ontdekt dat dit niet zo is. Volgens de kadastrale gegevens van 1832 zijn er nog steeds hele stukken zeedijk in particulier bezit. Het bezit van dijkvakken zal vanaf het begin versnipperd zijn geweest, maar dat dit nog zo lang bleef verbaasd mij.

De precieze datum van het begin van de aanleg van de zeedijken langs de Zuiderzee zal zonder archeologisch onderzoek nooit te bepalen zijn. De dijken zullen ook niet gelijk langs de hele kust aangelegd zijn, maar in fasen. Wat betreft het stuk vanaf Makkum tot Staveren denk ik dat de aanleg van de eerste dijken gebeurd is na aanleiding van het doorbreken van het Marsdiep tussen noord Holland en Texel, en het afkalven van het (veen)land ten zuidoosten van Vlieland (de Moerwaard) waardoor de Flie stroom steeds breder werdt. Hierdoor kwam de kust steeds meer onder de invloed van stormvloeden te staan met overstromingen tot gevolg. Tot overmaat van ramp klonk het veengebied in het achterland in waardoor het overstroomd raakte. Dit hele kust gebied staat haaks op het westen, de richting waaruit de meeste stormen waaien. Als illustratie heb ik op de kaart van S Grooten uit 1570 de stroming van het vloedwater bij een westerstorm en de windrichting getekend die volgens mij de oorzaak zijn van het ontstaan van de vroegere baai tussen Hindelopen en Workum.

Verder naar het noorden richting Makkum is de kustlijn veel rechter omdat dit deel in de luwte lag van de Moerwaard welke voor de bedijkingen nog begroeid moet zijn geweest. Na het ontginnen moet ook hier na inklinking van het veen het water bij stormvloeden over de gehele plaat zijn gelopen en lag de kust niet meer beschut. Redenen om dijken aan te leggen. Op dit moment gaat men er van uit dat het Marsdiep tussen 1150 en 1300 de Fliestroom bereikte. Dan zal het ook in deze periode zijn geweest dat het water vrij spel kreeg voor de kust van Workum. Hierboven schreef ik al over berichten van de grote storm in 1285 die het land tussen Staveren en Enkhuizen wegsloeg. Dan schat ik het begin van de bedijking voor dit deel in op rond of net na 1300. Het kan zijn dat er ook een stukje dijk net voorbij Staveren aangelegd werd, misschien tot Laaksum. Interressant is het dijkvak bij Molkwerum aan weerszijden van de oude zijl, dit stuk wordt de Zonnewieldijk genoemd. Het zonnewiel is een symbool van voor de christelijke tijd, vooral door de oude Kelten en de Scandinavische volken gebruikt. Hoe deze dijk aan die naam komt is mij een raadsel, ik kan er niets over vinden. De dijk is gebouwd nadat de Friezen al christelijk waren geworden, of toch niet helemaal? Het Heidenskip ligt ook niet zover van Molkwerum af, zou er dan een verband zijn?

Hierna komen we bij de Gaasterlandse kliffen. De kliffen zelf hebben tot op de dag van vandaag een waterkerende functie, maar de tussenliggende stukjes zijn lager, maar wel boven de zeespiegel. Ik denk dat er hier pas veel later stukken dijk gebouwd zijn en dat kan best rond 1400 geweest zijn. De Gaasterlanders moeten zich veilig gevoeld hebben, en gingen ook niet in de lage delen wonen, maar juist op de hoge ruggen. Zij zullen niet snel gemotiveerd zijn geweest om dijken aan te leggen, of om zelfs maar iets aan kust bescherming te doen. Dit blijkt wel door de landafslag van de kliffen. De kliffen, en dan vooral het Oudemirdumer klif, moeten nog veel verder in de Zuiderzee hebben gelegen. Pas in de 18e eeuw werden er palenschermen als zeewering aangelegd, ook bij de kliffen.

Als illustratie van het niet zo grote belang van zeewering langs de Gaasterlandse kust is het volgende. Zelfs na de grote stormvloed van 1825 waarbij delen van de dijk bij de Huitebuursterpolder bij Oudemirdum en Nijemirdum helemaal weggespoeld zijn, is op de kadastrale kaart van 1832 te zien dat de dijk niet hersteld is. Het is dan niet een grote en diepe polder, en er lag toen al een hoge stormwal langs de oever, maar het laat zien dat men niet ijverig aan de slag ging om de dijk te herstellen.

Even voorbij deze plek is de baai ten westen van Lemmer waar Tacozijl ligt. Hier begint het kwetsbare veengebied wat denk ik de oorzaak is voor het ontstaan van de baai. Of deze baai ontstaan is door een dijkdoorbraak of al voor de aanleg van een dijk is niet bekend. Wel is bekend dat de zijl van Tacozijl is gebouwd in 1481, dus in de dijk om de baai. Op de satteliet foto van deze baai is te zien dat de baai ondieper is dan het water er voor en duidelijk begrensd door een rechte lijn. Zal hier dan een dijk geweest zijn?

Dat deze dijk erg belangrijk is en was voor het achterland bewijst het nog niet zo lang geleden ophogen en verbreden van dit stuk dijk. Ook nu nog is het waterschap bang voor een dijkdoorbraak in deze baai! Het achterland is dan ook laag en bestaat uit slappe veengrond. Nu nog zou een dijkdoorbraak hier desatreus zijn, ook al is er geen Zuiderzee meer, maar het water kan hier in de baai nog altijd hoog worden opgestuwd.

Het lijkt me logisch dat er vanaf Gaasterland tot even voorbij Lemmer een dijk is aangelegd. En hier is de dijk te dateren door archeologisch onderzoek dat uitgevoerd is na de sloop van een autobedrijf in het oude centrum van Lemmer. Dit gebouw stond tegen/op de oude dijk. Dit bleek een oude dijk van veenplaggen te zijn met latere ophogingslagen van klei en een later aangelegde palenrij als beschoeiing. Het oudste deel van deze dijk, die direkt op het ontgonnen veen ligt (veen restant) wordt op eind 16e eeuw gedateerd! Ook verderop richting Schoterzijl is de Grietenijdijk onderzocht. Ook hier is de oudste laag van de dijk opgebouwd met veenplaggen die gedateerd worden op na 1400! Dit versterkt mijn vermoeden dat ik altijd al heb gehad dat het veengebied waar de Noordoostpolder nu is nog lang bestaan heeft. De veenontginning bij Oosterzee en Echten waren toen al eeuwen eerder begonnen, en archeologisch onderzoek in de NOP heeft ook aangetoond dat er veenontginning plaatsvond rond dezelfde tijd. Onddanks dat heeft het veenland zich nog lang kunnen handhaven waardoor de Zuiderzee eerst nog geen bedreiging voor de kust vormde. Als er dan wel een dijk gebouwd wordt, dan is het een lage dijk met veenplaggen. Dit klinkt niet erg logisch omdat veenplaggen niet echt bestand zijn tegen stormvloeden, en snel wegslaan bij golfslag. Maar er was in die tijd niets anders voorhanden en als er eerst nog een heel kweldergebied voor de kust lag rond 1400, toen er al veel veen weggespoeld was, maar Urk en Schokland nog grote eilanden waren, dan zal de normale golfslag niet schadelijk geweest zijn.

Ook bij Kuinre is de oudste dijk gedateerd op rond 1400 volgens historische bronnen. Dit was toen de grens van Fryslân en hier zijn in ieder geval twee burchten gebouwd waarvan de eerste een eind ten zuiden van Kuinre laat 12e eeuw is gebouwd. In 1378 werdt deze burcht verlaten en werdt de nieuwe burcht vlakbij Kuinre gebouwd, waarna dus later de dijk achter deze burcht is gebouwd. De nieuwe burcht lag dus buitendijks maar is tot 1536 gebruikt.

Tot aan ongeveer 1400 was de zee dus nog niet echt een bedreiging voor dit hele gebied waardoor de noodzaak om een dijk te bouwen er niet was. Ook het veen achter de eerste dijk zal nog niet zo ver ingeklonken zijn geweest als het nu is, maar was al wel lager dan dat het ooit geweest was.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin
Wij gebruiken cookies om onze website goed te laten functioneren en te beveiligen, en om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Geavanceerde instellingen

Je kunt jouw cookievoorkeuren hier aanpassen. Schakel de volgende categorieën in of uit en sla de selectie op.